De looptijd van een raamovereenkomst wordt door artikel 43 van de Wet overheidsopdrachten beperkt tot maximaal 4 jaar. Ook artikel 57 van de Wet verwijst naar deze maximale looptijd. Om de 4 jaar moet een raamovereenkomst dus opnieuw in mededinging worden geplaatst.

Artikel 43 en 57 laten echter ook toe om een raamovereenkomst te sluiten voor een langere looptijd “in uitzonderlijke en behoorlijk gemotiveerde gevallen”.

In haar arrest van nr. 245.282 van 6 augustus 2019 oordeelde de Raad van State dat een looptijd van 10 jaar gerechtvaardigd is voor een raamovereenkomst betreffende catering. De aanbestedende overheid had deze langere looptijd als volgt gemotiveerd: “om de financiële impact van o.a. de totaalvernieuwing van de productiekeuken over een langere periode te kunnen spreiden“. De Raad van State ging na of deze motivering voor handen was in de beslissing tot goedkeuring van het bestek. Dit was het geval. De wet vereist niet dat de motivering opgenomen is in het bestek zelf.

 

Wij kunnen deze analyse van de Raad volmondig onderschrijven. In veel gevallen is het gerechtvaardigd en/of aangewezen om te opteren voor een langere looptijd. Veel raamovereenkomsten gaan immers gepaard met een hoge investering vanwege de opdrachtnemer of een hoge implementatiekost voor de aanbestedende overheid die onvoldoende gespreid kan worden op een beperkte looptijd van 4 jaar. Naast catering, is te denken aan allerhande software die op maat wordt ontwikkeld of een hogere implementatiekost met zich brengt, of aan onderhoudscontracten waarbij de onderhoudsperiode de levensduur van de installatie volgt.